Zoals de leden mogelijk weten, heeft de Amerikaanse handelsvertegenwoordiger (USTR) een ontwerpvoorstel gepubliceerd waarin regelgeving wordt voorgesteld om heffingen en kosten op te leggen aan in China gebouwde schepen en exploitanten van dergelijke schepen. Dit initiatief vloeit voort uit bevindingen van Amerikaanse autoriteiten dat China oneerlijke handelspraktijken toepast om een voordeel te behalen op de wereldwijde scheepvaartmarkt. Het voorstel is onderhevig aan een openbare consultatieperiode die eindigt op 24 maart 2025, waarna de Amerikaanse president een definitieve beslissing zal nemen.
Hoewel het huidige voorstel een concept is en gedetailleerde richtlijnen over de uiteindelijke reikwijdte of implementatie van deze heffingen ontbreken, vatten we de belangrijkste elementen als volgt samen:
- Scheepsoperatoren: Exploitanten van in China gebouwde schepen krijgen te maken met een heffing bij het betreden van Amerikaanse havens, berekend als:
- Maximaal $1 miljoen per havenbezoek voor elk schip dat door het bedrijf wordt geëxploiteerd; of
- Maximaal $1.000 per netto ton van de capaciteit van het schip.
- In China gebouwde schepen: Heffingen voor in China gebouwde schepen worden per havenbezoek berekend, met een maximum van $1,5 miljoen op een glijdende schaal, bepaald door het aandeel van in China gebouwde schepen in de vloot van de exploitant. Als alternatief geldt een vaste heffing van $1 miljoen per schip als in China gebouwde schepen meer dan 25% van de vloot uitmaken.
- Chinese scheepswerven: Een extra heffing kan worden opgelegd aan exploitanten met schepen die de komende 24 maanden zijn besteld bij Chinese scheepswerven. Deze heffing zou op een vergelijkbare manier worden berekend als die voor exploitanten en bestaande schepen.
De impact van deze regelgeving zal grotendeels afhangen van hoe de definitieve definities van “in China gebouwde schepen” en “scheepsoperatoren” worden geformuleerd. Belangrijke overwegingen zijn onder meer:
- Het voorstel bevat momenteel geen duidelijke definitie van “in China gebouwd schip”. Hoewel het duidelijk gericht is op schepen die in Chinese scheepswerven zijn gebouwd, blijft het onzeker of de oorsprong van de waarde van een schip (bijv. onderdelen of materialen) een rol zal spelen in de definitie. Indien dit het geval is, zoals bij eerdere Amerikaanse tarieven, kan dit de reikwijdte van de regelgeving aanzienlijk verbreden.
- De regelgeving is van toepassing op exploitanten op basis van het percentage in China gebouwde schepen in hun vloot. Hierdoor zou elke exploitant met minstens één in China gebouwd schip heffingen oplopen in verhouding tot het aantal van dergelijke schepen. Dit betekent dat zelfs een niet-Chinees schip heffingen kan oplopen als een ander schip binnen de vloot onder de definitie valt.
Op dit moment zijn de exacte reikwijdte en schaal van de regelgeving nog onduidelijk. Verwacht wordt echter dat na de openbare consultatie en de daaropvolgende evaluatie door de USTR een versie van deze maatregelen zal worden ingevoerd. Wij raden leden aan om in ieder geval te zorgen dat hun charterparty-contracten specifieke bepalingen bevatten over de aansprakelijkheid voor havengelden en -kosten, en indien mogelijk in kaart te brengen in hoeverre hun vloot potentieel onder de reikwijdte van de regelgeving valt op basis van de beschikbare informatie. We wijzen er nogmaals op dat de consultatieperiode eindigt op 24 maart 2025.
Uiteraard houden wij de leden op de hoogte van eventuele ontwikkelingen en nodigen wij u in de tussentijd uit om contact op te nemen met claims@nnpc.nl voor verder advies en ondersteuning.