In de binnenvaart worden de gevolgen van de coronamaatregelen in toenemende mate voelbaar. Niet alleen neemt het aanbod van vrachten af maar wij hebben intussen ook meerdere meldingen van gevallen waar bevrachters bevrachtingsovereenkomsten willen ontbinden op grond van overmacht. Ook krijgen wij meldingen dat bevrachters nieuwe clausules op willen nemen in toekomstige contracten die aansprakelijkheid voor de gevolgen van de coronacrisis beperken of uitsluiten.
Veel bestaande bevrachtingsovereenkomsten bevatten een “Overmacht Clausule” bijvoorbeeld als volgt:
Als overmacht wordt aangemerkt stremming van het vaarwater, staking, blokkade, ijsgang, oorlog of oorlogsdreiging en ingrepen van hogerhand. Voor de duur van de overmachtssituatie zijn partijen vrijgesteld van hun verplichtingen voor zover de overmacht van dien aard is dat zij de uitvoering van de overeenkomst verhinderen. Bij overmachtsvormen van stremming van het water wordt vervoerder voor de helft gecompenseerd.
Op grond van Nederlandse recht geldt in z’n algemeenheid dat een beroep op overmacht mogelijk is indien zich een omstandigheid voordoet waarbij de uitvoering van een reis niet -meer- mogelijk is en dit niet te wijten is aan degene die zich op overmacht beroept. In het geval van overmacht is men niet schadeplichtig en kan men zijn verplichtingen -in ieder geval tijdelijk- opschorten. De bewijslast rust op de partij die een beroep doet op overmacht. Of een beroep op overmacht slaagt in geval van de Coronacrisis hangt af van de omstandigheden en de verhouding tussen partijen (een overeenkomst voor ladingvervoer dient bijvoorbeeld anders te worden beoordeeld dan een overeenkomst voor het vervoer van een passagier). Het is niet voldoende dat een reis langer of duurder is geworden. De omstandigheden moeten het uitvoeren van de reis (redelijkerwijs) onmogelijk gemaakt hebben.
Als gevolg van de snel veranderende omstandigheden en maatregelen zien wij dat er in veel bevrachtingsovereenkomsten nu een uitsluitingsclausule wordt opgenomen die de gevolgen van het Coronavirus volledig uitsluiten, bijvoorbeeld:
Indien de bevrachter als gevolg van het coronavirus dan wel als gevolg van een door de overheid getroffen coronamaatregel niet aan zijn verplichtingen jegens de vervoerder kan voldoen, wordt dit beschouwd als een overmachtssituatie voor de bevrachter. De bevrachter is dan niet gehouden tot vergoeding van de mogelijke schade die de vervoerder dientengevolge lijdt. Daarnaast is de bevrachter bevoegd om zijn verplichtingen op te schorten voor de duur van de overmachtssituatie.
Met het opnemen van bovenvermelde overmachtsclausule in het charter wordt de kans groot dat de bevrachter een beroep op overmacht kan doen bij de gevolgen van coronamaatregelen. De bevrachter hoeft dan geen schade te vergoeden en/of kan zijn verplichtingen jegens de vervoerder -voor onbekende duur- opschorten. De bevrachter is ook niet verplicht tot enige vorm van schadevergoeding.
Wij adviseren om dergelijke eenzijdige clausules niet te accepteren. Indien dit onvermijdelijk is, dienen vooraf de risico’s hiervan zoveel mogelijk in kaart gebracht te worden. Dergelijk risico’s kunnen dan worden gematigd, bijvoorbeeld door specifieke afspraken te maken over een alternatieve losplaats of (over)liggeld. Bij eventuele vragen nodigen wij u uit contact op te nemen met EOC of de NNPC.